Nieuws

Kwetsbaarheid ouderen niet te voorspellen met veelgebruikte vragenlijsten

Vier veelgebruikte vragenlijsten om te voorspellen of ouderen kwetsbaar zijn – en daarom op relatief korte termijn zorg nodig hebben – zijn niet effectief. Ook het combineren van de vragenlijsten zorgt niet voor een betere voorspelling.

Dat is de uitkomst van het promotieonderzoek van Linda Op het Veld die op 27 november promoveerde aan de Universiteit van Maastricht. Op het Veld is onderzoeker bij Zuyd Hogeschool voor de lectoraten Autonomie en Participatie van Chronisch Zieken en Wijkgerichte Zorg en docent bij de academie Mens en Techniek.

Om de vier jaar stuurt de GGD een uitgebreide gezondheidsvragenlijst naar een grote groep ouderen in Nederland. Voor haar onderzoek volgde Op het Veld twee jaar lang 2.500 Limburgse 65-plussers die in deze categorie vallen om inzicht te krijgen in hun kwetsbaarheid en de gevolgen daarvan. Dit is de eerste keer dat mensen specifiek werden gevolgd naar aanleiding van het GGD-onderzoek. ‘Het aantal ouderen neemt toe en ouderen hebben vaker zorg nodig. De gedachte leeft dat we die ouderen zo vroeg mogelijk willen opsporen zodat we ze tijdig kunnen helpen. Vandaar dat die vragenlijsten bestaan’, aldus Op het Veld. Uit haar onderzoek blijkt dus dat die vragenlijsten aan dat doel voorbijgaan.

Geen duidelijke definitie

‘Het begint ermee dat een eenduidige definitie van kwetsbaarheid ontbreekt. Wanneer is iemand kwetsbaar? Op fysiek vlak kun je daar meestal een voorstelling van maken. Mensen die slecht ter been zijn of slecht kunnen zien. Maar er spelen ook zaken op psychisch of sociaal vlak. Een oudere waarvan de partner is overleden bijvoorbeeld, of iemand met dementie. Sommige vragenlijsten spitsen zich toe op een deel, anderen nemen meer factoren mee’, zegt Op het Veld. Uiteindelijk maakt het voor de voorspelling of de oudere op korte termijn (in het onderzoek is uitgegaan van een periode van twee jaar) zorg nodig heeft weinig uit.

Niet screenen is beter

Als het voorspellend vermogen van de vragenlijsten niet goed is, kun je je afvragen waarom je eigenlijk zou screenen. ‘Dat is inderdaad de vraag. In een tijd waarin we heel goed moeten kijken waar we ons geld aan besteden is het misschien beter om te zeggen dat we niet meer screenen en dat geld inzetten voor iets dat meer effect heeft’, zegt Op het Veld.

Over Linda Op het Veld

Linda Op het Veld werkt als onderzoeker bij het lectoraat Autonomie en Participatie van Chronisch Zieken van Zuyd Hogeschool en onderzoeksinstituut CAPHRI (Universiteit Maastricht). Daarnaast is ze docent bij de opleiding Mens en Techniek | Biometrie. Ze begeleidt voornamelijk studenten bij hun onderzoek.

Lees het volledige proefschrift.