
Impuls Blog: The Smartest Guys in the Room
“Waar is die naar school geweest?”. Zo denk ik regelmatig met ontzetting wanneer mannen als Trump, Poetin en Netanyahu de beschaving aan hun laars lappen. Het is vakantietijd, dus alle gelegenheid om dat eens uit te zoeken. Hou je vast.
Donald Trump studeerde economie aan de Wharton School van de University of Pennsylvania. Met een focus op vastgoed, die zagen we wel aankomen. Of bullying, haatzaaien en kleptocratie deel uitmaakten van het curriculum bij Wharton waag ik echter te betwijfelen.
Vladimir Poetin volgde een rechtenstudie aan de prestigieuze Leningrad State University. Zijn afstudeerscriptie ging over de voorkeuren van de Verenigde Staten bij internationaal handelsrecht. Een serieuze verklaring waarom hij zo lekker gaat met Donald. Later volgde Poetin aanvullende opleidingen en trainingen bij de KGB, de voormalige Sovjet-inlichtingendienst. Ergens in die periode moet hem ingefluisterd zijn dat Russen en Oekraïners tot dezelfde (grootse) Russische natie behoren, maar dat de Oekraïners wel eerst gedenazificeerd zouden moeten worden. Zo maakt hij zijn eigen geschiedenis.
Benjamin Netanyahu behaalde aan het Massachusetts Institute of Technology zijn Master of Science in management. Daar kun je hele mooie dingen mee doen. Je kunt ook totaal de weg kwijt zijn en leidinggeven aan het neerschieten, bombarderen en uithongeren van duizenden weerloze Gazanen, hulpverleners en journalisten.
Een topopleiding aan een topuniversiteit is dus geen garantie voor top ethisch handelen. Dat wisten we natuurlijk al langer. En ook hoe deze instituten hiermee worstelen.
Ik heb dit zelf ervaren tijdens mijn verblijf aan de Harvard Business School in 2009. De veroordeling van HBS-alumnus Jeffrey Skilling vanwege zijn rol in het grootste faillissement in de Amerikaanse geschiedenis (energiemakelaar Enron, zie de film The Smartest Guys in the Room) enkele jaren daarvoor had al tot flinke discussies geleid of het opleiden tot turbokapitalist nu wel de bedoeling was. Deze vraag werd met de financiële crisis vanaf het najaar van 2008 nog urgenter, toen bleek hoe Harvard-afgestudeerden in business, engineering en law zich zonder scrupules hadden bekwaamd in het vervaardigen van financieel giftige producten. Energiehandel en bankbedrijf als computerspel, gespeeld vanuit een ‘war room’ die voor niets onderdoet aan de steriele commandocentra van de hedendaagse oorlogsvoering.
Op Harvard leidde dit, net als bij vele andere universiteiten, tot een herbronning op de ethische en ecologische, sociale en bestuurlijke aspecten van hoger onderwijs en de carrière die daarop volgt. Een essentiële ontwikkeling, waarvan we mogen hopen dat deze onvervaard wordt doorgezet en ‘here to stay’ is, standhoudt tegen het reactionaire en xenofobische geweld op te veel plekken in de wereld.
Voor de volgende stap in deze belangrijke ontwikkeling kunnen we dichter bij huis blijven. Afgelopen juni was de Zuyd International Business School Maastricht gastgever van de Innovating Business Education for Responsible Global Minds conferentie. Wat moet er in het bedrijfskundig onderwijs veranderen om afgestudeerden met de juiste bagage aan kennis, vaardigheden, houding en gedrag af te leveren, die past bij het succesvol zijn in een duurzame en rechtvaardige samenleving? Hiertoe is door een samenwerking van 5 Europese universiteiten en accreditatie-orgaan voor business schools EFMD Global een aangescherpt profiel voor de op te leiden business professional van de toekomst ontwikkeld. In dit profiel zijn klassieke bedrijfskundige kennis en vaardigheden aangevuld met (transversale) vaardigheden als samenwerkingsvermogen, interculturele competenties en veerkracht. Interessant was ook de inbreng van deelnemende studenten op de conferentie, die er op wezen dat vakken als ethiek en duurzaamheid niet opzichzelfstaand moeten worden gegeven, maar juist als onderdeel van disciplines als financiering, marketing, supply chain en management.
Uiteraard is het genoten onderwijs niet het hele verhaal. De toekomstige werkomgeving moet ook uitnodigen tot het juiste gedrag. En breder nog: ook de sociale omgeving dient bij te sturen wanneer iemand dreigt te ontsporen. In die zin bid ik elke dag dat Melania Trump, Lyudmila Poetina en Sara Netanyahu hun echtgenoten tot de orde roepen.
Het is al met al dus maar de vraag wie nu eigenlijk de echte Smartest Guys in the Room zijn. “We cannot be successful in a world that fails”, een uitspraak van Feike Sijbesma die ik vaak aanhaal en die boven de poort van elke business school zou moeten hangen. Sijbesma is ook een pleitbezorger van vrouwen aan de top.
Waar zou Angela Merkel naar school zijn gegaan? Zo vraag ik mij nu af. Of Jacinda Ardern? Sanna Marin? Mia Mottley? The Smartest Women in the Room. Eigenlijk veel geschiktere kost voor de zomervakantie.