Nieuws

EU-referendum hoeft speelruimte regering niet te beperken

EU-gerelateerde referenda in Europa worden vooral gewonnen bij economische voorspoed en ook wanneer sprake is van een eensgezinde meerderheidsregering. In het geval van een verslechterende economische situatie worden referenda alleen dan gewonnen wanneer de betreffende regering recentelijk is aangetreden én er brede consensus heerst onder de politieke elite van het land ten aanzien van het voorgestelde Europese beleid. Dit blijkt uit het promotieonderzoek ‘Ruling the Referendum? European Integration Challenged by Direct Democracy’ van Joost van den Akker, verricht aan de Universiteit Twente.

Raadgevend referendum

De uitkomsten zijn opvallend, temeer omdat momenteel een voorstel tot intrekking van de Wet raadgevend referendum voorligt bij de Eerste Kamer en omdat de Staatscommissie-Remkes onlangs geadviseerd heeft het correctief referendum in te voeren en het raadgevend referendum af te schaffen. 

In zijn dissertatie legt Van den Akker uit wat politieke actoren drijft om EU-gerelateerde referenda te houden – zoals in Nederland over het associatieverdrag met de Oekraïne, in het Verenigd Koninkrijk over de Brexit en in Griekenland over de schuldenproblematiek. Bovendien gaat Van den Akker in op de vraag hoe regeringen omgaan met onwelgevallige referendumuitslagen. Op deze manier draagt het onderzoek bij aan de strategieën die regeringen kunnen toepassen om een referendum te winnen en hoe om te gaan met een nederlaag. Van de 61 EU-gerelateerde referenda werden 46 referenda gewonnen door de regering. Dit laat zien dat regeringen in het algemeen redelijk succesvol zijn gebleken om steun van de bevolking voor hun EU-beleid te verwerven. Het onderzoek geeft richting hoe regeringen bij EU-gerelateerde referenda succesvol kunnen zijn wanneer zij rekening houden met de timing en omstandigheden waarin eerdere vergelijkbare referenda werden gewonnen. 

Van den Akker hoopt op 4 juli te promoveren aan de vakgroep Public Administration van de faculteit Behavioural, Management and Social sciences van de Universiteit Twente, onder promotor Prof. Dr. Kees Aarts, Dr. Henk van der Kolk en Dr. Eric van de Luijtgaarden. 

Over Joost van den Akker

Joost van den Akker (1984) behaalde een master’s degree in Analysing Europe/Europastudien aan de Universiteit Maastricht/RWTH Aachen en een master’s degree in Euroeean Law School aan de Universiteit Maastricht. In 2012 begon hij zijn promotieonderzoek onder begeleiding van Prof. Dr. Kees Aarts, Dr. Henk van der Kolk en Dr. Eric van de Luijtgaarden. In 2015 ontving hij uit handen van toenmalig minister Bussemaker een NWO-promotiebeurs ter ondersteuning van zijn onderzoek.

Van 2009 tot aan zijn benoeming als Gedeputeerde voor Economie en Kennisinfrastructuur van de provincie Limburg in april 2018 was Van den Akker werkzaam als docent European Studies bij Zuyd Hogeschool in Maastricht. Daarnaast was hij tot aan zijn promotie onderzoeker van het lectoraat ‘Law in Europe’ (thans ‘Preventive Law') van Zuyd Hogeschool. In 2008 werkte hij als trainee in Den Haag bij het informatiebureau van het Europees Parlement. 

In 2017 leverde Van den Akker een bijdrage aan de studie ‘Referendums on EU matters’ in opdracht van het Europees Parlement op verzoek van de Commissie voor Constitutionele Zaken: ‘The Netherlands: The Dutch EU referendums on the Constitutional Treaty (2005) and the EU-Ukraine Association Agreement (2016).’ In opdracht van de gemeente Maastricht schreef hij in 2006-2007 het jubileumboek ‘Maastricht het verdrag’ ter gelegenheid van de vijftienjarige verjaardag van het Verdrag van Maastricht.