Nieuws

‘Meest duurzame bedrijfsmodel dateert uit Griekse oudheid’

“Tijdens een crisis zal een bedrijf als FrieslandCampina niet instorten”, weet lector Nikos Kalogeras van Zuyd Hogeschool. “De investeerders van FrieslandCampina zijn mensen zijn die deze coörporatie uit hun eigen portemonnee financieren. Al sinds de Griekse oudheid zijn coöperaties het meest duurzame ondernemingsmodel”, zegt Kalogeras.

Nikos Kalogeras werkt nu precies een jaar bij Zuyd. Zijn officiële inauguratie tot lector staat nog op de rol. En zijn lectoraat, Sustainable International Business, is gloednieuw binnen de academie International Business & Communication. Toch heeft hij al helder voor ogen waar de focus ligt voor zijn lectoraat dat uit veertien onderzoekers bestaat: het midden- en kleinbedrijf (mkb). “Dat vormt de ruggengraat van de economie in de Europese Unie”, zegt hij. En die ruggengraat gedijt het beste in de vorm van een coöperatie. Al helemaal als het gaat om mee te doen in de transitie naar een duurzame samenleving. “De leden van een coöperatie zijn het hart en de ziel van dit bedrijfsmodel.”

Waarom het mkb als focus?

“Mkb-bedrijven missen dikwijls de schaalgrootte en middelen om de transitie naar een duurzame samenleving te maken. Daardoor kunnen ze de kansen die de transitie biedt, niet benutten. Toch moeten ze mee. De economische kant van ondernemen moet in balans komen met de milieukant én met de sociale kant van de samenleving. Bedrijven zijn niet levensvatbaar als dit alles niet met elkaar in balans is.”

Dus het gaat om duurzaamheid in de breedste zin van het woord?

“Het gaat erom hoe we een mens (anthropo) -harmonische omgeving creëren waarin we de gezondheid en het welbevinden van de kleinere en middelgrote ondernemingen én de burgers verbeteren. Zero emissie in 2050 is de ultieme klimaatdoelstelling, maar die moet gerealiseerd worden in een evenwichtige balans tussen people, planet en profit.”

Hoe gaat het lectoraat Sustainable International Business hieraan bijdragen?

“De eerste stap is het in kaart brengen van het mkb in Limburg en het aangrenzend buitenland. Dit moeten we koppelen aan bestaande onderzoeks- en kennisinstellingen. Studenten van de International Business academie kunnen dan met de ondernemers projecten uitvoeren om tot duurzame oplossingen en verdienmodellen te komen. Met andere woorden: levensvatbare oplossingen die goed zijn voor people, planet en profit. Studenten leren door aan marktgerelateerde ondernemingsproblemen te werken. Maar we willen hen ook duurzaamheid laten voelen. We willen dat duurzaamheid in het DNA zit van de International Business professionals van morgen. De tweede pilaar onder het onderzoekscentrum is, samen met andere onderzoekscentra en kennisinstellingen, toegepaste kennis ontwikkelen en co-creëren. Kennis die nodig is om de omslag te maken. Een van de knelpunten is bijvoorbeeld het duidelijk communiceren van de echte waarde van duurzame producten en diensten. Als je vandaag op de kwaliteit bespaart, heeft dat een prijs in de toekomst. Dat moeten we duidelijker communiceren.”

En waar komen de inwoners van de regio in beeld?

“De sociale gevolgen van de transitie vormen de derde pijler, de ’people’ kant dus. De activiteiten hierin zijn breed, bijvoorbeeld onderzoek naar de integratie van migranten in de samenleving. Het gaat echt om een duurzame samenleving voor de inwoners van deze regio, niet alleen duurzaam ondernemen.”

Is de transitie voor het mkb moeilijker dan voor grotere bedrijven zoals multinationals?

“Ja. Grote (internationale) concerns zijn volop bezig met deze transitie. Ze moeten ethisch ondernemen voor een goede CSR en ESG score (Corporate Social Responsibility en Environmental Social and corporate governance). Deze scores bepalen de waarde van de bedrijven. Het mkb is vooral met de tactische en operationele kant van ondernemen bezig en is meer marktgericht. Deze ondernemers zijn meestal eigenaar en manager tegelijk. Ze staan in het midden van de samenleving waarin hun onderneming opereert. Maar ze missen schaalgrootte middelen om te investeren. Dat maakt het moeilijker om een marsroute richting duurzaam ondernemingsmodel te ontwikkelen.”

Welke oplossingen zijn er voor dit gebrek aan middelen en strategische oriëntatie?

“De oplossing is de coöperatie als ondernemersvorm. Door samen te werken binnen hun eigen keten, krijgen bedrijven een sterkere onderhandelingspositie. Ze kunnen nieuwe markten betreden en er komen middelen vrij voor collectieve innovatie. Al sinds de Griekse oudheid is de coöperatie het meest duurzame ondernemingsmodel. Tijdens de laatste crisissen zijn de coöperaties die we kennen, zoals FrieslandCampina, niet ingestort. Hun investeerders zijn mensen die de zaak uit hun eigen portemonnee financieren. Coöperaties zijn daardoor niet alleen afhankelijk van het bancaire systeem. Grote concerns wel. Die zijn afhankelijk van aandelenmarkten en de banken. Als hun steun wegvalt, vallen ze om. Coöperaties zijn een sterk democratisch bedrijfsmodel. Ze worden door de gebruikers aangestuurd. De voordelen zijn proportioneel. De leden zijn het hart en de ziel van elke coöperatie.”

Nikos Kalogeras

Nikos Kalogeras komt oorspronkelijk uit Griekenland maar woont al jaren in Maastricht. Hij noemt zichzelf een ‘activistische econoom, die zich bezighoudt met strategische marketing, finance, consumentengedrag en risicomanagement’. Het principe van coöperaties loopt de laatste 25 jaar als een rode draad door zijn professionele loopbaan. Zowel vanuit zijn rol als wetenschapper alsook met praktische activiteiten voor coöperaties in Nederland, Frankrijk en Griekenland.