Nieuws
Nieuws

Impuls Blog: Het geluk van Limburg

Het is knap, maar ook volkomen logisch dat de theaterproductie Het geluk van Limburg zo’n succes is. Met inmiddels meer dan 100.000 kaarten verkocht en verlenging van de speelperiode tot het einde van dit jaar, raakt de voorstelling over de mijnindustrie in Limburg je midden in het hart. Over de aantrekkingskracht van de steenkoolindustrie, dat arbeiders vanuit alle windstreken trok. Over de grote, maar tijdelijke, welvaart voor de regio. Over het welhaast duivelse pact tussen kapitaal en kerk. Over de kameraadschap onder de grond en de toenemende vertwijfeling boven de grond.

Trots, verbonden en verward voelde ik mij, toen ik begin augustus het theater in Kerkrade verliet. Wat een ongelooflijke geschiedenis! Wat een hoop, wat een voorspoed, wat een manipulatie, wat een leed. En dan die titel: het geluk van Limburg. Het geluk van de bodemschatten, het ongeluk dat daarop volgde. Want dat is het uiteindelijk geworden: een groot ongeluk. Een leeggevreten, getraumatiseerde regio, waar generaties de pijn van hebben gevoeld. Ondanks de - ongetwijfeld oprechte - inzet om de mijnsluiting te compenseren met nieuwe banen, een nieuwe perspectief.

Het geluk van de mijnbouw in Limburg is uiteindelijk een groot ongeluk gebleken

Limburg heeft sindsdien niet stilgezeten. We zijn zonder twijfel één van de meest interessante provincies van ons kleine land. Met in het Noorden één van de productiefste agro-food clusters van de wereld. In Midden-Limburg een sterke maakindustrie, dito transport- en logistieksector en het ongekende succes van mode en retail. In Zuid-Limburg, goed voor meer dan de helft van het bruto regionaal product, de kennisintensieve en duurzame chemie van Chemelot en de high tech health care van Maastricht. En dat alles in een bronsgroen eikenhout: een voor Nederland unieke cultuur in een even unieke natuurlijke omgeving.

Toch ziet Limburg zich voor grote uitdagingen gesteld. We hebben te maken met een sterke ontgroening en vergrijzing. En dit is niet alleen zo omdat er te weinig kinderen worden geboren en we met elkaar ouder worden. De belangrijkste factor is dat veel jongeren voor of na hun opleiding wegtrekken en ook niet meer terugkeren. Dit verlaagt het arbeidsaanbod en het draagvlak voor voorzieningen. Bedrijven en instellingen zijn gedwongen af te schalen of zelfs uit de provincie te vertrekken. Ondertussen is er sprake van een gemiddeld relatief slechte gezondheid van de bevolking en een lage arbeidsparticipatie. Het lukt een aantal stedelijke gebieden maar niet de onacceptabele sociaaleconomische achterstanden die na de mijnsluiting zijn ontstaan in te halen.

Het geluk van Limburg blijkt dus broos en scheef verdeeld. Dit gaat niet zomaar goed komen. Toch lijkt de urgentie ver te zoeken. De analyses zijn er wel, net als honderden rapporten en tientallen adviesraden, stuurgroepen, task forces, programma’s, samenwerkingsverbanden en bijbehorende stichtingen. En ook provincie en gemeenten, bedrijven en scholen, maatschappelijke instellingen en verenigingen: alle 100% toegewijd om er het beste van te maken. Maar ook - te vaak - ieder voor zich. Herhaaldelijk staan de Limburgse centrumgemeenten met de rug naar elkaar. De provincie heeft de macht van het geld, maar is tegelijkertijd onvoldoende in staat om op inhoud en verbinding door te zetten. Bedrijven en kennisinstellingen weten onvoldoende een vuist te maken.

Het is in Limburg – te vaak – ieder voor zich

Tegelijkertijd is in Nederland de bestuurlijke drukte - het web van overlegtafels - nergens zo groot als in Limburg. Het gemak waarmee we elkaar weten te vinden is een niet te onderschatten kracht. Maar het enorme aantal samenwerkingsverbanden gaat gepaard met versnippering, complexiteit, relatief hoge kosten in termen van tijd en geld en gebrekkige slagkracht. Illustratief hiervoor is dat er in onze provincie sprake is van maar liefst drie regionale economische samenwerkingsverbanden en bijbehorende economic boards: Crossroads Noord-Limburg, Keyport Midden-Limburg en de Economische Samenwerking Zuid-Limburg. Ieder benadrukt zijn eigen uniciteit, maar is daarmee slechts “wereldberoemd in eigen kring”. Er is een sterke gerichtheid op subsidies en een grote afhankelijkheid van project- en programma-managers en externe inhuur. Wanneer we ons de vraag stellen wat dit nu bijdraagt aan de grote Limburgse opgaven - talentbehoud, het aantrekken en ontwikkelen van nieuwe bedrijvigheid, de transitie naar een duurzame economie, transportverbindingen met de rest van Nederland en over de grens, brede welvaart - dan blijven we het antwoord schuldig. De inzet is te prijzen en er worden zeker mooie dingen gedaan, maar voor het toekomstige geluk van Limburg is het niet genoeg.

Er is echter goed nieuws. 15 jaar geleden werd op initiatief van de provincie, de Universiteit Maastricht en enkele grote bedrijven een start gemaakt met het realiseren van vier

hoogwaardige kenniscampussen. Sinds 2023 wordt gewerkt aan het verder verbinden van de campussen, onder de noemer Brightlands Limburg. Dit biedt een uitgelezen kans om tot een Limburg-brede economische samenwerking te komen, zonder dat daarmee voorbij wordt gegaan aan regionale bijzonderheden en belangen. Ik pleit er dan ook voor dat we nog een stap verder gaan en een gezamenlijk bestuur voor het aanjagen van de economische ontwikkeling van Limburg tot stand brengen.

Brightlands Limburg heeft de potentie om onze krachten te bundelen

Brightlands Limburg als triple helix samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs- en kennisinstellingen heeft de potentie om onze krachten te bundelen. Hierin bepalen we gezamenlijk onze strategie voor economische structuurversterking, brede welvaart en een leefbare planeet. Brightlands Limburg is daarmee geen campusorganisatie en ook geen ontwikkelingsmaatschappij, maar een innovatieve technologieregio onder een gezamenlijk bestuur en met een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie.

Het bestuur heeft een eigen mandaat en beschikt over voldoende middelen, onder andere om de gezamenlijke uitvoeringsorganisatie mee te bekostigen. Het stelt de Strategische Agenda Brightlands Limburg op en voert daarover de beleidsdialoog met het Rijk. Het bestaat uit kopstukken vanuit het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en de overheid. Onze gouverneur is voorzitter en boegbeeld van deze nieuwe samenwerking. Het bestuur wordt bijgestaan door een directeur, die tevens verantwoordelijk is voor de gezamenlijke uitvoeringsorganisatie Brightlands Development en die een directe verbinding heeft met de Brightlands campussen.

Brightlands Limburg is niet de zoveelste overlegtafel, maar vervangt de huidige drie Limburgse economic boards en het zogeheten Brightlands Ambassadors overleg. En Brightlands Development is niet het zoveelste clubje, maar vervangt de uitvoeringsorganisaties van de afzonderlijke campussen en van de diverse regionale economische samenwerkingsverbanden.

Het succes van dit initiatief kent diverse voorwaarden. Ik licht er enkele uit. In de eerste plaats werkt triple helix samenwerking alleen wanneer geen van de deelnemers (overheid, bedrijven, kennisinstellingen) de baas is. Hier geldt niet: wie betaalt – bepaalt, maar juist dat elke partner doet waar hij goed in is. Het is in de tweede plaats cruciaal dat er sprake is van inhoudelijke focus. Limburg heeft daarvoor al de ingrediënten, met de keuze voor de vier Brightlands campussen, aan te vullen met sleutelprojecten zoals een gezamenlijke human capital agenda voor talentontwikkeling en talentbehoud, de Einstein Telescope en de Limburg Defensie Agenda. In de derde plaats dient Brightlands Limburg te bevorderen dat deze focus aantoonbare spin-off heeft voor de maakindustrie, de agribusiness en meer in het algemeen het midden- en kleinbedrijf in onze provincie.

Talentbehoud vergt hoger onderwijs in Midden-Limburg met aansluiting bij de campussen

Brightlands moet er niet alleen voor Zuid- en Noord-Limburg zijn, maar uitdrukkelijk ook voor Midden-Limburg, dat zelf geen campus heeft en waar het wegtrekken van studiekiezers naar Brainport Eindhoven en de Randstad een grote zorg is. Juist daarom is het belangrijk dat Zuyd Hogeschool zich sterk maakt om in Midden-Limburg een aantrekkelijk aanbod van hoger onderwijs te creëren. Momenteel wordt de haalbaarheid onderzocht van diverse associate degree-opleidingen: tweejarige, praktijkgerichte programma’s die nauw aansluiten bij de regionale economische structuur en arbeidsmarktvraag. Echte verbinding van Midden-Limburg met het Brightlands ecosysteem vergt evenwel meer. Daarom onderzoekt Zuyd samen met de partners in de regio de haalbaarheid van een Brightlands Professional College in Roermond: een vierjarige praktijkgerichte bacheloropleiding waarin studenten zelf hun curriculum samenstellen en zich de laatste twee studiejaren specialiseren op één van de Brightlands Campussen. Dit vergt nog heel wat water door de Maas, maar de ambitie is er. En hoe mooi zou het zijn als deze campus met Professional College in Roermond, als spin in het web, ook de uitvalsbasis wordt van het Brightlands bestuur en de Brightlands Development organisatie?

Het geluk van Limburg gaat om veel meer dan het beter organiseren van het economisch bestuur in onze provincie. Maar deze samenwerking is wel een belangrijke, ja noodzakelijke voorwaarde voor onze toekomstige welvaart. Effectiever, efficiënter, met meer verbinding en landelijk beter zichtbaar: daar gaat het om. Het moet. En het kan.

André Postema is bestuursvoorzitter van Zuyd Hogeschool en voorzitter van de Economic Board Zuid-Limburg

Lees het opiniestuk van André Postema in De Limburger (voor abonnees): https://www.limburger.nl/opinie/vorm-een-bestuur-voor-de-economische-ontwikkeling-van-limburg-en-pak-de-versnippering-aan/93753099.html