Zuyd Onderzoek: Lectoraten
Onderzoek van Zuyd

Technology Driven Art

Zuyd Hogeschool wil binnen haar kunstopleidingen de invloed van nieuwe technologische ontwikkelingen op artistieke processen onderzoeken, bevragen en stimuleren. Met name de razendsnelle ontwikkelingen op het digitale vlak bieden nieuwe mogelijkheden en uitdagingen voor de artistieke praktijk. Maar ook nieuwe materialen en productietechnieken dringen in de kunstenpraktijk door. De ‘Technology Driven Artist’ schakelt virtuoos tussen verschillende media, kunstdisciplines en productieprocessen. Het kunstwerk nestelt zich op grensgebieden.

Dat heeft ook invloed op de distributie en de perceptie van het kunstwerk. Technology Driven Art infiltreert de klassieke vertoningskanalen met hybride kunst en zoekt naar nieuwe vertoningsplaatsen daarbuiten. Crossover en intermedialiteit zijn kernbegrippen geworden voor de hedendaagse kunstbeoefening. Die intermediale besmetting grijpt in op elke fase van de artistieke creatie: van concept, over uitvoering tot de verspreiding van het werk. Het lectoraat Technology Driven Art (opgestart begin 2014) wil werkbare strategieën ontwikkelen voor deze drie stadia. Het kadert ‘het nieuwe’ van de invloed van technologische ontwikkelingen in een ruimer historisch perspectief. Het bevraagt de politieke en maatschappelijke invloed van technologie in de kunst. Het ondersteunt het ‘intermediale denken’ in artistieke processen.

Het lectoraat heeft een eigen website met meer informatie: 

Naar de website
 

Lectorale rede

Op 6 november 2015 is Peter Missotten geïnaugureerd als lector. Zijn rede heeft als titel: 'Als de Golem danst met de Engelen.'

Over de lector

Peter MissottenSinds december 2013 is Peter Missotten lector Technology Driven Art bij Zuyd Hogeschool. Het lectoraat stimuleert de inzet en kritische bevraging van digitale productietechnieken binnen de Kunsten. Peter Missotten publiceert over de rol van technologie binnen de podiumkunsten en geeft hierover lezingen (in 2017-18 o.a. in Parijs, Utrecht, Warschau en London).

Peter Missotten is geboren in 1963 in Hasselt (B) en is opgeleid als Videokunstenaar. Hij behaalde zijn Bachelor/Master in de Audiovisuele Kunsten aan de Hogeschool Sint Lukas Brussel (1987 resp. 2012), en zijn Diploma Master Class Cultuurmanagement aan de Antwerp Management School van de Universiteit Antwerpen in 2012. Hij werkt met de meest uiteenlopende media, van video-installaties en langspeelfilms over scenografie en performance tot operaregie. In 1994 was hij mede-oprichter en sindsdien artistiek leider van 'de Filmfabriek bvba', een artiestencollectief dat als bedrijf digitale mediakunstprojecten realiseert. 

In al die projecten staat het gebruik van nieuwe technologie binnen de ‘oude’ kunsten centraal. 
In de periode 2006-10 werd hij één van de vaste regisseurs van het Toneelhuis Antwerpen. Het eerste project was 'Kwartet' op tekst van Heiner Müller, een coproductie met het Schauspielhaus Wenen. Daarna volgde 'Weerslechtweer', een performance gebaseerd op het roemruchte gedicht 'The Waste Land' van T.S. Eliot. Deze voorstelling werd geselecteerd voor het Holland Festival 2008. In 2010 regisseerde hij de grote zaal productie ‘De Indringer’ van Maurice Maeterlinck. 

Daarnaast blijft hij videoinstallaties en decors ontwerpen. Voor het ‘Pleinmuseum’ 2007 - een internationaal reizende installatie, o.a. te gast op de Biënnale van Venetië en op Les Nuits Blanches te Parijs, ontwierp hij een videowerk. In samenwerking met Kurt d’Haeseleer ontwierp hij het multimediale decor voor de opera 'Gurre Lieder' van Schönberg, de openingsvoorstelling van de Munt in 2007. Op het eerste lichtfestival van Gent (2010) - een overrompelend succes met meer dan 100.000 toeschouwers op één weekend - presenteerde hij de video installatie ‘NEUTRINOS’. In juli 2012 realiseerde hij een dubbele video installatie ‘ASINGONE - WIEWEG’ in het kader van de Mozartsommer 2012 in Mannheim en Schwetzingen. In 2013 volgde AN EXPOSURE BY, een tentoonstelling in het Vrijthof Maastricht van fotowerk en videoinstallaties in samenwerking met de jonge performer Peter van Til. 

In 2009 werd hij gevraagd om de nieuwe opera 'Kepler' van Philip Glass te regisseren in een eigen scenografie, ter gelegenheid van Linz2009 (Linz Oostenrijk). De registratie hiervan is internationaal verspreid op DVD (o.a. via amazon.com). Enkele maanden later - in 2010 - regisseerde hij de wereldpremière van de opera ‘Montezuma - Fallender Adler’ van componist Bernhard Lang voor het Nationaltheater Mannheim (hernomen in 2012). In 2016 regisseert hij daar ‘Der Golem’, een nieuwe, hoogtechnologische opera van Bernhard Lang gebaseerd op een eigen video libretto. 

Lees meer Lees minder

Onderzoek

Het lectoraat heeft een aantal mogelijke onderzoekslijnen uitgezet. Die worden dynamisch aangepast en ingevuld aan de noden en interesses uit het werkveld.

Early Adopters - Early Refusers 

Het aanvoelen leeft dat kunstenaars die als eerste op de kar van een nieuwe technologie springen, een voorsprong hebben die niet meer in te halen is. Maar wellicht is dat niet altijd zo. Ons beeld is vertekend door de ‘silent witnesses’: de early adopters die roemloos verdwenen zijn in de plooien van de geschiedenis. Omgekeerd valt op hoe ‘Early Refusers’ een intrigerende rol spelen in de omgang van kunst met nieuwe technologieën. Artiesten als Arthur Ganson en Theo Jansen gebruiken bewust ouderwetse en mechanistische creatie methodes, maar zijn met hun mechanische robots toch graag geziene gasten op de New Media Art festivals. Ze houden de hype van de nieuwe technologie een kritische spiegel voor. Technologie schept de mogelijkheidsvoorwaarden voor de kunstenpraktijk. Maar vaak krijgen die een dwingend karakter: alles wat kan, moet. Niemand heeft ooit om gebouwen gevraagd die ‘s nachts telkens van kleur veranderen, maar sinds de uitvinding van een betaalbare LED verlichting zijn veel gebouwen nachtelijke kameleons geworden, eeuwig wisselend van rood naar groen naar blauw… Waarom? Omdat het kan. Deze programmalijn wil de strategie van kunst ten aanzien van de adoptie van nieuwe technologieën historisch en filosofisch kaderen.

Collective Content 

Internet maakt samenwerkingen over de grenzen heen makkelijker. Het collectief gemaakte kunstwerk wint hierdoor opnieuw aan belang. Muzikanten gaan muziekwerken samplen en herwerken in een nieuwe compositie. Beeldende kunstenaars vertrekken van hoge resolutie beelden van bestaande kunstwerken. Architecten kunnen ver over de landsgrenzen heen samenwerken aan het ontwerp van één gebouw zonder elkaar fysiek te ontmoeten. In een hyper individueel ingestelde samenleving (wellicht het gevolg van de doorgedreven mediatisering) groeit de behoefte aan het werken in communities. Collectief gemaakte kunst groeit aan belang. Daarbij spelen afstanden nog nauwelijks een rol. Merkwaardig genoeg wordt dezelfde technologie (met name internet) die mensen tot individu vereenzaamde ingezet in de collectieve projecten. 
Deze programmalijn houdt die long distance (of virtuele) samenwerkingen kritisch tegen het licht. Ze kadert ze in de geschiedenis van het collectieve kunstwerk. Ze haakt aan bij de thematiek van het Lectoraat Autonomie en Openbaarheid in de Kunsten.

Thinking in 3D 

Digitalisering/virtualisering van de kunstcreatie heeft grote implicaties op hoe die kunsten eruit gaan zien, op nieuwe mogelijkheden en onmogelijkheden, op nieuw vakmanschap... Deze projecten vertrekken daarom vanuit de uitdagingen op het vlak van de 3D visualisatie Vertrekkend vanuit 3D-ontwerpen en visualisatie, over 3D scanning van live performers tot 3D-printing. Dit onderzoeksproject linkt studenten van uiteenlopende opleidingen met elkaar in eenzelfde project. Het lectoraat bestudeert de invloed van dit 'Thinking in 3D' op het artistieke creatieproces.

The Virtual Body 

Deze programmalijn zet het werk verder dat opgestart werd in het sia raak programma rond het virtuele lichaam (2010-2012). Het breidt haar blikveld uit tot het virtuele, hybride en/of maakbare lichaam in de kunsten. Hoe besmet technologie de aanwezigheid en perceptie van het lichaam in de kunsten. Deze programmalijn wil de tendens naar virtualisering in de live-performance in kaart brengen, stimuleren en bevragen.

Living Materials - Dying Art

Kunst zit zelden aan de frontlinie van de technologische vernieuwing. Nieuwe materialen sijpelen in de regel vrij langzaam door in de kunsten (wellicht met uitzondering van architectuur). Daar zijn goede economische redenen voor: die technieken en materialen zijn te duur voor de kunstenaar. Toch spelen nieuwe (bio-)technieken een steeds grotere rol in de kunst. Met name bio-art zit in de lift. De prestigieuze Golden Nica award van het Ars Electronica festival van 2011 werd toegekend aan ‘May the horse live within me’ van Marion Laval-Jeantet. Ze injecteerde zich met gemodificeerd paardenbloed om zo tot een hybride wezen uit te groeien. 
Maar ook in andere kunsttakken sijpelen ‘levende materialen’ binnen: architectuur maakt gebruik van groene daken en een ‘groene huid’ binnen het ontwerp van gebouwen, in nieuwe klankcomposities worden natuurlijke geluiden gebruikt, enz... Deze programmalijn wil die ontwikkelingen in kaart brengen, stimuleren en bevragen.

The Long Tail of Perception 

Het unieke kunstwerk blijkt niet altijd een solide, economische overlevingsbasis te bieden. Hoe vindt een kunstenaar zijn publiek, zijn kopers? Sinds de opmars van internet zijn nieuwe inzichten ontstaan in het vermarkten van nicheproducten. Een fysieke winkel in truitjes voor Chinese hangbuikzwijnen zal wellicht weinig overlevingskansen hebben, zelfs niet als die op de Kalverstraat ligt. Maar op het web kan zo’n winkel uiterst rendabel worden. Het niche product wint dankzij de vermarkting via het web aan belang en ten opzichte van het massaproduct: dit fenomeen werd door Chris Anderson ‘The Long Tail’ genoemd. Jonge artiesten moeten inzicht krijgen in nieuwe marketing strategieën om hyper gespecialiseerde creaties tot bij een zo ruim mogelijk publiek te krijgen. Hoe drijf je boven op het web? Bij live kunst (muziek, theater, performance) kan het belangrijk zijn om multipliceerbare nevenproducten te ontwikkelen die wel wereldwijd te vermarkten zijn. Daarbij wint een zorgvuldige documentatie van het project aan belang: niet alleen vanuit archivarisch belang, maar ook om het project verkoopbaar te maken los van het unieke live-event. Het lectoraat Technology Driven Art stimuleert een kritische reflectie over de distributie van kunst en de implementatie van nieuwe marketingstrategieën bij jonge kunstenaars. Daarnaast wordt de wisselwerking tussen dat nieuwe ‘vermarkten’ en de veranderende perceptie van het kunstwerk in samenwerking met het Lectoraat Autonomie en Openbaarheid in de Kunsten bevraagd.

Technology Driven Art
Herdenkingsplein 12
6211 PW Maastricht